Naam: het landgoed Beekhuizen en de Keijenberg bij Velp. Nationaal Park Veluwezoom, Gelderland
Soort: stuwwal en bron
Adres: Heuvenseweg 6a, 6991 JE Rheden
Kasteel Biljoen bij een Veluwse stuwwal
In de Middeleeuwen, toen Velp nog slechts een vlek was van enige boerenhoeven en een kerk, lag dicht bij de IJssel kasteel Biljoen. Vanaf de torens had de bezitter van het slot in het zuidoosten en zuiden uitzicht op de heuvelruggen van Montferland en het Rijk van Nijmegen. Veel dichterbij, nauwelijks een kilometer ten westen van het slot, eindigde het deel van de Veluwse stuwwal dat vanaf de 18e eeuw de Keijenberg genoemd zou worden. Een beek die daar vandaan stroomde voedde de slotgracht.
Het liefdesverdriet van Mooi Ann
Eeuwen later, toen het kasteel geen strategische waarde als verdedigingswerk meer bezat en er architectonische ingrepen waren toegepast om het wooncomfort te verbeteren, schijnt zich een merkwaardige gebeurtenis te hebben voorgedaan. Een jonker had een meisje uit de omgeving het hoofd volkomen op hol gebracht, maar had op aandringen van zijn ouders de relatie beëindigd. Daarop stortte de jonge vrouw zich, wanhopig van liefdesverdriet, in de slotgracht en verdronk daar jammerlijk. Sindsdien kon men haar, in de donkere tijd van het jaar bij het water zien ronddolen en horen klagen. In de overlevering werd ze Mooi Ann genoemd.
Het Gelders Arcadië
Kasteelheer Johan Frederik Willen van Spaen (1746-1827) maakte van de Keijenberg en het landgoed Beekhuizen een landschappelijk lustoord dat al spoedig het Gelders Arcadië genoemd werd. Hij had zich laten inspireren door wat hij tijdens zijn reizen in Italië, Zwitserland en Frankrijk gezien had. De oorspronkelijke beek was een natuurlijke waterloop die steeds dieper werd uitgegraven om de watermolens langs de loop te kunnen aandrijven. Bij de aanleg van het landgoed werd de beek voorzien van vijvers, watervallen en rotspartijen. Op de hellingen van de Keijenberg werd een spiraalvormig pad aangelegd. Daar doorheen liepen zestien lanen die vanaf de top uitzicht boden op de omgeving en het IJsseldal. Er werden zelfs borden geplaatst met teksten van klassieke en eigentijdse schrijvers over paradijselijke landschappen.
Terug naar een gevarieerd, oeroud landschap
Na verloop van tijd verdween de allure en grandeur van het aangelegde landschap. Het onderhoud stagneerde en de waterwerken raakten gaandeweg in verval. Het water hernam zijn zijn vrije loop en de ongekunstelde natuur keerde stukje bij beetje terug. Ondanks het feit dat recentelijk enige reconstructiewerkzaamheden hebben plaatsgevonden, krijg ik het gevoel dat ik hier in een oeroud gebied wandelen. Het reliëf is er bijna overal sterk wisselend. Naast hoge toppen met steile hellingen zijn er smalle en brede dalen die aantonen dat de tomeloze krachten van de twee laatste ijstijden hier enorm huisgehouden hebben. Zand- en grindlagen die twee miljoen jaar lang door Rijn en Maas waren afgezet, werden tijdens de voorlaatste ijstijd door het ijs opgestuwd en ondersteboven geperst tot heuvelruggen waarna smeltwater diepe dalen naar het lagere land uitsleet. In de laatste ijstijd werden tienduizenden jaren lang bloot liggende zandmassa’s door poolwinden naar lagere plekken geblazen, terwijl het fijnere löss op de zuidelijke hellingen terecht kwam. Tienduizend jaar geleden keerden de bossen geleidelijk aan terug in het landschap.
Tijdens mijn wandelingen in dit bijzondere gebied merk ik dat de ijstijden niet alleen tastbare maar ook bijna voelbare sporen hebben nagelaten. De enorme grondverplaatsingen die hier plaatsgevonden hebben, lijken energetisch in de heuvels en dalen te zijn opgeslagen. Bij de bron, die even ten noorden van het landgoed ligt, komt na een hevige regenbui, evenals in de ijstijd, water in een wilde stroom uit de er boven liggen de helling naar beneden. Normaal sijpelt het hier
Neolithische bekers en de geur van leem
De löss- of leembodem ligt vooral op de zuidoostelijke hellingen en is vaak dik en keihard. De leem wordt ook in leemkuilen in de omgeving aangetroffen en eeuwenlang gebruikt om vlechtwerkwanden van boerderijen te bestrijken en vloeren aan te leggen. Leem werd door de eerste boeren op de Veluwe ook gebruikt om neolithische standvoetbekers en klokbekers te maken. Ik ontdekte dat min of meer toevallig. Als conservator van de archeologische afdeling van het Gemeentemuseum Arnhem, viel het me op dat deze prachtig versierde bekers een speciale geur hadden die ik aanvankelijk niet thuis kon brengen. Ik verplaatste ze menigmaal, van depot naar vitrine en omgekeerd, maar ze verloren nooit hun speciale luchtje. Op een gegeven moment kwam ik er achter dat het om de geur van leem ging. Dat was een bijzondere ontdekking: de neolithische bekers waren van leem gemaakt en hadden tot op de dag van vandaag de geur van hun grondstof behouden.
Niet bewoond, maar wel bezocht
Grafheuvels waarin standvoetbekers en klokbekers werden gevonden liggen op enige kilometers afstand, maar op Beekhuizen is tot op heden nog geen enkel spoor van bewoning uit die periode aangetroffen. Dat is ook niet verwonderlijk want waar elders op de Veluwe nederzettingen ontstonden langs beken die door streken met weinig reliëf stroomden, was de Beekhuizense Beek gedwongen om een bedding te zoeken tussen steile hellingen vol grindbanken en massieve leemlagen. Het aanleggen van akkers was in dit gebied juist vanwege de aanwezigheid van steile hellingen toen vrijwel onmogelijk. Er trokken ongetwijfeld regelmatig groepjes jagers door de bossen waar het wild bij de beek en poelen te vinden was. Vrijwel zeker was de bron een plek die van tijd tot tijd bezocht werd. Het was immers een plaats waar het leven brengende water uit de aarde omhoog borrelde, water waaraan sinds onheuglijke tijden een helende werking werd toegeschreven.
Mogelijk een heilig woud
Niet onwaarschijnlijk is dat het gebied destijds als een heilig woud werd gezien. Misschien zijn er eeuwenlang verhalen verteld over mensen die hier bijzondere ontmoetingen hadden gehad met wezens uit een Andere Wereld. Er is op het landgoed een bijna verscholen plek die veel weg heeft van een magische plaats uit de elfenwereld. Er is een klein poeltje omgeven door een deken van prachtige groene moerasplantjes en daarom heen overal mos op boomwortels en -stammen. Ik heb er menigmaal gezeten en soms meende ik even in mijn ooghoeken iets van een glimp te zien wat vervolgens weer verdwenen was. Een andere keer kreeg ik het gevoel dat het onnatuurlijk stil was, alsof de tijd even stilstond. Iets vertelde me dat ik op dat soort momenten in het oude, geheimzinnige woud van weleer was.
Ruud Borman
Literatuur
Borman, Ruud, Archeologie in Gelderland, Zutphen 1981.
Heilige bronnen in de Lage Landen, A3 uitgeverij Geesteren. www.A3boeken.nl
Meer informatie over Ruud Borman
http://www.ruudstijdreizen.blogspot.com en https://nl.linkedin.com/in/ruud-borman
Op excursie met Ruud Borman
Je kan als groep met hem mee op excursie. Afspraak via alchemystic@outlook.com
Bekijk de kaart met alle krachtplaatsen
Lees alle artikelen betreffende krachtplaatsen
Schrijven over een krachtplaats, help je ons mee?
 
4 Responses to “Landgoed Beekhuizen en de Keijenberg”
Aldaar bevindt zich ook de Helsberg. De exacte ligging kan ik niet ontdekken, maar het moet vlakbij de bron van de Beekhuizense Beek zijn. Volgens Judith Schuyf zou deze berg gewijd geweest zijn aan godin Hella (Heidens Nederland – Zichtbare overblijfselen van een niet-christelijk verleden, 1995/1997, blz. 57). Hella (en variantnamen) is als godin van de onderwereld voor gewone mensen alleen bekend in de Noordse (Scandinavische) mythologie.
Toevoeging: De naam in het Nederlands van de christelijke hel is vrouwelijk van woordgeslacht en daardoor zeer wel mogelijk afgeleid van de bij de West-Germanen in vergetelheid geraakte godin Hella.
Toevoeging aan mijn eerdere reactie:
De naam in het Nederlands van de christelijke hel is vrouwelijk van genus (woordgeslacht) en daardoor zeer wel mogelijk afgeleid van de bij de West-Germanen in vergetelheid geraakte godin Hella.
Hans, wat een mooie aanvulling! Altijd fijn om iets van het godinnenerfgoed terug te vinden. Hella is een belangrijke godin, ze had hier dus zeer waarschijnlijk haar berg én haar bron! Dank je wel!