Het bos nam een belangrijke plaats in in het geloof en de rituelen van de Mordwienen, een volk met matrilineaire traditie die nog veel oude gebruiken kent en leeft ten oosten van de Wolga (tussen Oekraïne en Centraal-Azië). De Mordwienen woonden/wonen in en rond het bos en waren voor hun overleven van het bos afhankelijk. In het bos vonden ze bessen en wortels, ze jagen er op wild, het hout wordt gebruikt voor het vuur en voor de bouw. Je kunt je voorstellen dat de BosGodin – Wir-Awa – een belangrijke plaats innam in hun bestaan en religieuze voorstelling. Wir’-awa (wir’ – bos, awa – vrouw, moeder) is de beschermster en instandhoudster van het bos. Men geloofde, dat elk bos zijn eigen Wir’-awa heeft.
Zoals de Mordwienen Wir’-awa kennen, hebben de Oost-Slavische volker de ljésjij (bosgeest) en de Mariers de Tsjodr-awa of Kozjl-awa (van tsjodr, kozjla – bos, awa – vrouw, moeder).
De Kwakwiutl kennen de woudgeest Nuhlimkilaka met de grote handen.
In Griekenland kennen we Artemis (Latijns: Diana), maagdelijke heerseres over de wouden en wilde dieren. Rond het jaar 0 kennen wij hier de Keltische bosgodin Arduenna (godin van de Ardennen) , Badhuhenna (bos in Friesland, West-Friesland) en Abnoba (Zwarte Woud)
Auteur: Nicole E. Zonderhuis
Bron: Nikoláj F. Moksjin, Religióznyje wérowanije Mordwý – Het volksgeloof van de Mordwienen, tweede uitgave, 1998. Vertaald door Hans Eisma. Uit het hoofdstuk: Geloof en rituelen betreffende het bos, bladzijden 46 en 49.
Lees hier het artikel: ‘Vrouwgericht volks- en voorchristelijk geloof bij de Mordwienen en Mariërs’ van de hand van Hans Eisma.